Geschreven door:
Aandeelhouders kunnen in beginsel niet aangesproken worden voor schulden van de B.V. Een aandeelhouder heeft een tot zijn aandeel beperkte aansprakelijkheid en loopt vooral het risico de waarde van de aandelen te verliezen doordat de B.V. failliet raakt. Een aandeelhouder kan wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld als hij onrechtmatig handelt tegenover een schuldeiser.
De hoofdregel in het Nederlands rechtspersonenrecht is dat een aandeelhouder niet tot meer verplicht worden dan tot het volstorten van zijn aandeel in de rechtspersoon. Dus wie een aandeel in een besloten vennootschap neemt riskeert slechts de waarde van zijn aandeel te verliezen. Dit principe is neergelegd in artikel 2:81 BW: "Aan een aandeelhouder kan niet, zelfs niet door wijziging van de statuten, tegen zijn wil enige verplichting boven de storting tot het nominale bedrag van het aandeel worden opgelegd."
De rechtspersoon waarin het aandeel wordt gehouden neemt zelfstandig deel aan het rechtsverkeer en is in beginsel zelf aansprakelijk voor zijn eigen schulden. De aandeelhouder dus niet. Daarvoor zijn rechtspersonen in het leven geroepen. Boek 2 van het burgerlijk wetboek bevat dan ook geen algemene aansprakelijkheidsgrond voor aandeelhouders zoals die wel bestaat voor bestuurders en commissarissen wel bestaat. Op deze hoofdregel bestaan wel een aantal uitzonderingen. Dit artikel behandelt een aantal van die uitzonderingen, die maken dat een aandeelhouder wél aansprakelijk kan worden gehouden.
Artikel 2:216 lid 3 BW bepaalt dat degene die een dividenduitkering ontving terwijl hij wist of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden gehouden is tot vergoeding van het tekort dat door de uitkering is ontstaan, ieder voor ten hoogste het bedrag of de waarde van de door hem ontvangen uitkering, met de wettelijke rente vanaf de dag van de uitkering. Deze bepaling beoogt het o onverantwoorde wijze leeghalen van de vennootschap te voorkomen.
Een tweede in de wet neergelegde aansprakelijkheid van aandeelhouders is aansprakelijkheid op basis van de 403-verklaring.
Dit is een schriftelijke bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde verklaring van de (middellijk) aandeelhouder, waarin deze verklaart zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de uit rechtshandelingen van de rechtspersoon voortvloeiende schulden. De 403-verklaring ontheft de dochtervennootschap van de plicht tot het publiceren van de eigen jaarrekening, maar brengt dus wel aansprakelijkheid met zich.
De belangrijkste uitzondering op de beperkte aansprakelijkheid van aandeelhouders wordt gevonden in de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). Wie onzorgvuldig handelt kan daarvoor aansprakelijk zijn. Deze open norm maakt het dus mogelijk dat aandeelhouders op heel uiteenlopende gronden aansprakelijk zouden kunnen worden gehouden. Uit de juridische literatuur en jurisprudentie blijkt echter dat het met name om vier situaties gaat, die ik hierna bespreek.
Allereerst is er de situatie waarin de aandeelhouder betrokken is geweest bij het wekken van gerechtvaardigde verwachtingen van kredietwaardigheid van de vennootschap bij een crediteur. De aandeelhouder kan daarbij onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig handelen en zo aansprakelijk worden voor de door dit handelen veroorzaakte schade.
Hier komt aansprakelijkheid om de hoek kijken als sprake is van een hechte concernstructuur tussen de aandeelhouder en de vennootschap als gevolg waarvan de aandeelhouder ‘ingrijpmacht’ heeft, waarbij de aandeelhouder zich bovendien intensief heeft bemoeid met het beleid van de (dochter)vennootschap.
Als een voor de vennootschap noodzakelijke financiering is stopgezet door de aandeelhouder of hij zorggedragen heeft voor stopzetting van die financiering kan op die grond sprake zijn van aansprakelijkheid. Dus hoe afhankelijker de vennootschap van de aandeelhouder is, hoe sneller aansprakelijkheid een gegeven kan zijn.
Dan is daar de situatie waarin de aandeelhouder op onrechtmatige wijze zijn eigen positie verbetert ten opzichte van andere crediteuren. Dit gebeurt vaak kort voor faillissement, maar kan ook in andere gevallen tot aansprakelijkheid leiden.
Tenslotte is de aandeelhouder vaak ook een bestuurder van de vennootschap. In die gevallen ligt aansprakelijkstelling van de aandeelhouder in zijn hoedanigheid van bestuurder meer voor de hand dan in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. Zie terzake het artikel over bestuurdersaansprakelijkheid.
Onze advocaten adviseren en procederen regelmatig over aansprakelijkheid van bestuurders, aandeelhouders en commissarissen. Bel of mail ons en leg ons vrijblijvend uw zaak voor. Wij staan u graag te woord en helpen u graag. Ons motto is niet voor niets: 'Uw probleem, onze zorg.'
Hein Kernkamp helpt u graag verder.
KvK: 74640518
BTW: NL859977602B01
IBAN: NL37ABNA0844817805
Minerva Advocaten B.V.
Meent 106
3011 JR Rotterdam
Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren en analyseren.